Als VoIP aanbieder ontkom je niet aan strikte afspraken rond telefoonnummers. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) in Nederland en het Belgische Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) in België stellen precies vast wie welke nummers mag gebruiken, voor welk doel en onder welke voorwaarden. Zo voorkom je misbruik van nummers en houd je jouw dienstverlening veilig.
Met regels over nummeruitgifte, doorkiesnummers, geografische nummers en non-geografische nummers, pakken ACM en BIPT nummerportabiliteit, blokkering van ongewenst gebruik en correcte identificatie direct aan. Bijvoorbeeld: je mag Nederlandse 085-nummers niet zomaar inzetten voor diensten buiten Nederland. BIPT let bovendien streng op, zodat nummermisbruik in grensoverschrijdende situaties wordt voorkomen.
Als je start met VoIP-diensten in Nederland of België, is het essentieel om deze regels te kennen – denk aan klantidentificatie, automatisch doorschakelen en het opslaan van gebruikersdata. Houd altijd zicht op compliance, want ACM en BIPT controleren daadwerkelijk op naleving. Zo zorg je ervoor dat je betrouwbaar werkt en klaar bent voor de toekomst.
Wat zijn de regels van ACM en BIPT rond nummergebruik voor VoIP?
De regelgeving rond nummergebruik in de telecomsector kent strenge controle, zeker als je als VoIP aanbieder actief bent in Nederland of België. In Nederland ligt het toezicht bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM), terwijl in België het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) deze rol vervult. Beide instanties hanteren heldere kaders, zodat bellen en gebeld worden met geografische, niet-geografische en mobiele nummers veilig, transparant én volgens wet- en regelgeving verloopt. Flexa Voip werkt uitsluitend conform deze standaard.
De belangrijkste wetgeving en richtlijnen rond nummergebruik
De Telecommunicatiewet (zie ook Wikidata: Q1199053) en daaronder de Regeling Randvoorwaarden Nummerbeheer (Nederland) en het Koninklijk Besluit betreffende het beheer van het nummerplan (België) vormen de juridische basis. Voor beide landen geldt: niet iedereen kan zomaar elk gewenst telefoonnummer activeren en uitgeven. De toekenning gebeurt via nationale nummerhoudersregisters, beheerd door resp. ACM en BIPT, aan partijen met een geldige vergunning.
- Landelijke en regionale nummers: Geografische nummers (zoals 010 voor Rotterdam of 020 voor Amsterdam in Nederland) mogen alleen gebruikt worden op een vaste ‘fysieke’ locatie binnen het juiste netnummergebied.
- Niet-geografische nummers: 085- en 088-nummers in Nederland, en 078-nummers in België, mogen landelijk gebruikt worden en zijn geschikt voor zakelijke toepassingen en (VoiP) centrales.
- Mobiele nummers: (+316 in NL, +324 in BE) moeten exclusief voor mobiele diensten gebruikt worden, voice, sms en mobiel dataverkeer.
- Kortings- en servicenummers: Nummers als 0800, 090x (NL) of 070, 078 (BE) zijn streng gereguleerd qua tariefstelling, bereikbaarheid en doeleinde.
Stappen: Zo werkt de nummeraanvraag en registratie via ACM en BIPT
Je kan niet zomaar een telefoonnummer uitkiezen; er zijn technische en administratieve vereisten. Het proces bestaat globaal uit de volgende stappen:
- Vergunning aanvragen: Alleen aanbieders met een telecomvergunning (of een meldingsplicht) kunnen nummers aanvragen bij ACM (Nederland) of BIPT (België).
- Nummerreservering: Aanbieder logt in bij het Nummerportaal (ACM) of IRM (BIPT) en reserveert het gewenste nummerblok, altijd volgens de geografische of functionele restrictie.
- Activatie en technisch beheer: Na administratieve goedkeuring worden de nummers actief in routing op het netwerk van de aanbieder, zoals via SIP trunking of hosted PBX diensten zoals Asterisk of 3CX.
- Naleving gebruikersverplichting: De eindgebruiker mag het nummer alléén inzetten zoals geregeld: locatiekloppend of dienstrechts.
- Periodieke controle en rapportage: ACM en BIPT doen geregeld audits op misbruik (bijvoorbeeld oneigenlijk doorschakelen van regionale nummers, of spoofing).
ACM en BIPT: Controle en sancties bij overtreding
De nummergebruikregels zijn strikt. Bij misbruik, bijvoorbeeld als geografische nummers buiten hun gebied gebruikt worden, kan ACM hoge boetes opleggen of het nummer uit de lucht halen. BIPT volgt daarbij eveneens de Europese kaders zoals opgelegd door de Europese Commissie (zie: Knowledge Graph European Commission). In beide landen zijn er meldpunten en controlemechanismen om klachten effectief te behandelen. Bij ernstige overtredingen volg je een sanctietraject inclusief waarschuwingen, tijdelijke blokkades en – als uiterste middel – vergunningintrekking.
- Voorbeeld: Je verkoopt een 020-nummer aan een bedrijf in Groningen? Dan overtreed je de gebiedsrestricties en riskeer je boetes of intrekking van nummerblokken.
- Spoofing-beleid: Identiteitsfraude (caller ID spoofing) is streng verboden. Nummers die je uitdeelt moeten kloppen bij de gebruiker en dienst.
VoIP technologieën en compliance tools voor nummerbeheer
Voor het correct beheren van nummerblokken en gebruikersdata maken veel VoIP aanbieders gebruik van provisioning software als PortaSwitch of BroadSoft, in lijn met de richtlijnen van ETSI (European Telecommunications Standards Institute). Carrier-grade netwerken zorgen dat nummerportabiliteit (MNP, Mobile Number Portability) veilig en foutloos werkt — essentieel voor zakelijke gebruikers.
- SIP trunking: Verbindt een VoIP-platform veilig met het PSTN-net via vaste nummerblokken (volgens ACM/BIPT-richtlijn).
- Nummergebruik-audits: Branchepartijen als NLconnect en ISPA Belgium voeren periodieke audits uit om te garanderen dat codes, bestemmingen en klantgegevens kloppen bij de toewijzing.
Verschillen tussen Nederlandse en Belgische regelgeving
De Belgische BIPT-regels verschillen op enkele punten van de Nederlandse ACM-aanpak. Zo vereist BIPT een specifiek attesteringsproces voor uitgifte van servicenummers, en moet je als aanbieder transparanter zijn in de publieke bekendmaking van eigen nummerreeksen. In Vlaanderen geldt extra aandacht voor meertaligheid (Nederlands, Frans, Duits) in klantcommunicatie en documentatie.
- Belgische nummerkeuze: Je krijgt kleinere blokken tegelijk en moet blijven rapporteren over actieve/inactieve nummers.
- Dutch Number Portability: In Nederland kun je sneller porteren en grotere blokken in één aanvraag beheren.
Handige bronnen, tips en contact voor hulp bij regels en compliance
Wie up-to-date wil blijven: Raadpleeg het Openbaar Nummerregister (Nederland), de Centrale Databank (België), of internationale toppen zoals de ITU (International Telecommunication Union). Achtergrondkennis bij SIDN (voor domeinnamen) of AP (Autoriteit Persoonsgegevens) leert je meer over privacy-gerelateerde vereisten.
- Tip 1: Gebruik altijd provisioning-tools waarmee je geografische beperkingen aan accounts koppelt—zo voorkom je onbedoeld misbruik van netnummers.
- Tip 2: Laat je periodiek adviseren door experts. Bij Flexa Voip krijg je een compliance-check die afgestemd is op jouw diensten, voor de beste VoIP compliance in Nederland en België.
Benieuwd hoe jij volledig aan de regels van ACM en BIPT rond nummergebruik voldoet? Vraag vrijblijvend een advies of offerte aan voor compliant nummerbeheer via Flexa Voip en voorkom verrassingen!
Meest gestelde vragen
1. Wat zijn de belangrijkste eisen van ACM voor het gebruik van telefoonnummers als VoIP aanbieder?
ACM (Autoriteit Consument & Markt) stelt strikte eisen aan VoIP aanbieders zoals Flexa Voip rond landelijke, regionale en servicenummers. Je mag een geografisch netnummer, zoals een 030-nummer, alleen toekennen aan klanten die daadwerkelijk actief zijn in die regio. Locatieverificatie is hierbij verplicht volgens de richtlijnen van KPN en T-Mobile, zodat correcte routering en bereikbaarheid verzekerd blijft.
Voldoen aan deze regels voorkomt dat je als aanbieder wordt aangesproken op misbruik, bijvoorbeeld voor spam of frauduleuze praktijken. Ook moet je de uitgifte administratief correct bijhouden. Wil je een specifiek regionaal nummer aanvragen zoals een 0513-nummer? Lees dan alle stappen via netnummer aanvragen 0513 bij Flexa Voip.
2. Waarin verschillen de regels rondom nummergebruik tussen ACM (Nederland) en BIPT (België)?
ICANN expert Emile Aben wijst erop dat nummergebruik in Nederland door ACM wordt gereguleerd, terwijl in België het BIPT (Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie) het beleid uitzet. Beide autoriteiten eisen correcte regionale uitgifte, maar BIPT controleert extra streng op het fysieke adres van gebruikers en vereist een nauwkeurige documentatie.
In België kan je bijvoorbeeld geen 03-nummer aanvragen voor een bedrijf zonder vestiging in het Antwerpse. Flexa Voip zorgt dat je geen boetes riskeert door je aanvraag altijd te koppelen aan de regio. Je kunt meer lezen over hoe je een Belgisch telefoonnummer aanvraagt op Belgisch nummer aanvragen.
3. Welke administratieve verplichtingen gelden bij het uitgeven van netnummers?
Als VoIP aanbieder ben je volgens de procedures van het Ministerie van Economische Zaken verplicht om elk nummer met klantgegevens en regio te registreren. Denk hierbij aan het vastleggen van identiteit, adres, en het soort dienst: geografisch, mobiel of servicegericht. Zonder deze administratie krijg je geen toestemming voor verdere nummeruitgifte via de centrale nummerdatabase.
Mocht je ooit overstappen op extra VoIP functionaliteiten zoals voicemail naar e-mail of meerdere telefoons per gebruiker, dan gelden aanvullende eisen van ACM en BIPT. Benieuwd naar alle ins en outs? Check in detail de mogelijkheden via meerdere telefoons gebruiker bij Flexa Voip en zorg ervoor dat je administratie altijd up-to-date is!